LANGEDIJK - Afgelopen zomer was het weer regelmatig raak in het nieuws, we hebben de koppen wel voorbij zien komen “Jonge asielzoeker verdronken bij zwemmen IJssel”, “Nederlands jongetje verdronken in zwembad Ibiza”, “13 jarige jongen overleden in zwembad Goes” en “Reddingsbrigade is bezorgd over zwemvaardigheid”.
Zwemschool de Geus krijgt als zwemschool elke keer weer een rilling als er zoiets voorbij komt. Zij hebben als instructeur een belangrijke taak, die niet altijd gezien wordt.
De afgelopen jaren is Zwemschool de Geus erg druk bezig geweest met de ontwikkelingen van de zwemles. Want wat doet een kind na jaren zwemles? Zwemt het dan nog braaf baantjes, of gaat het spelen met vriendjes, zwemmen in open water en klauteren op luchtkussens in het gemeentebad?
Helaas is een kind pas écht zwemveilig als het C diploma behaald is en dat gebeurt vaak niet meer.
Daarom hebben zij ervoor gekozen om met een methode te werken waarbij veiligheid en zelfredzaamheid centraal staan. Een traject waarbij het niet meer alleen gaat om 50 meter een mooie slag te kunnen laten zien, maar waar juist geleerd wordt hoe de kinderen kunnen omgaan in gevaarlijke situaties. Zoals wat je doet als je omslaat met een boot op open water, hoe je je vriendje helpt die gekleed in het water is gevallen, of wat je doet als iemand je onder water duwt.
Zwemschool de Geus is van mening dat het belangrijk is voor ouders om te weten wat de lesmethode voor gevolgen heeft op de veiligheid van hun kind. Daarnaast krijgen ze het allemaal steeds drukker en moeten de zwemlessen “snel snel” en worden de gevolgen van de veiligheid van de kinderen niet voldoende in acht genomen.